Deze zomervakantie maakte ik een mini solo fietsreis. Vijf dagen toerde ik door Nederland met een 1-persoonstent die zelfs voor iemand van mijn lengte klein is. Wat heb ik genoten! Niet eerder nam ik de tijd om in mijn eentje wat langer weg te gaan. Meestal blijft het bij een microadventure van één of twee nachten. Ik vond het heerlijk om vijf dagen samen met mijn fiets op pad te gaan en letterlijk mijn eigen richting te bepalen.
Ik reisde met de fiets in de trein naar Amsterdam en daar was het startpunt van mijn fietstocht langs verschillende terreinen van de NTKC (Nederlandse Toeristen Kampeer Club). Deze kampeerclub is opgericht in 1912 door Carl Denig en beheert prachtige terreinen verspreid door heel Nederland. De terreinen zijn heel erg back to basic en als lid kun je er het gehele jaar door kamperen.
De NTKC speelt een belangrijke rol in de familiegeschiedenis van mijn moederskant. Mijn opa en oma waren actieve kampeerders en lid van de NTKC. Die gaven hun liefde voor kamperen bij de NTKC door aan mijn moeder. Vanaf mijn geboorte werd ik automatisch ook lid van de NTKC en kreeg de liefde voor kamperen met de paplepel ingegoten. Ik wist destijds niet dat ik ooit met veel plezier een kampeerwinkel zou runnen 🙂
Ik vind het heel bijzonder hoe deze kampeerclub generaties in mijn familie plezier heeft gebracht, en nog brengt. Op de middelste foto zie je mijn oma bij haar tent. Zo te zien genoot zij net als ik van het kamperen.
Ondanks de kleine ruimte in mijn tent (lees: niet comfortabel bij regen), genoot ik van mijn uitrusting. Ik gebruikte gewone stads fietstassen en die wil ik voor een volgende tocht graag vervangen. Want ik merk, net als met mijn kampeeruitrusting, dat items die speciaal voor outdooractiviteiten gemaakt zijn, veel handiger zijn in het gebruik.
Reizen in je eentje is niet alleen maar leuk. Soms had ik wind tegen, pijn van alle fysieke inspanning of voelde ik me eenzaam. Op dat soort momenten was ik extra blij met mijn luisterboek, een welkome afleiding.
En zoals iemand mij aan het begin van mijn reis al vertelde: ‘’Als je alleen reist ben je nooit écht alleen’’. Dat klopt, er zijn altijd mensen onderweg die in zijn voor een praatje. In het begin van mijn reis stond ik niet echt open voor gesprekken met vreemden. Ik dacht al snel ‘’wat moet je van me?’’ Tot de knop om ging en ik mezelf de rol van solo reiziger gunde. Ik ging op in mijn omgeving, mijn rol en genoot! Gesprekjes met wildvreemden gingen mij steeds beter af en ik had ook alle tijd van de wereld voor dat soort dingen.
Op de terugweg richting huis had ik een bijzondere ontmoeting. Ik zat op een bankje te genieten van een kopje thee toen er een man van 72 naast me kwam zitten. Hij vertelde uitgebreid over zijn leven en we hadden een mooi gesprek. Ter afsluiting gaf hij mij nog wat wijze raad, stapte op zijn supersnelle sportfiets en verdween in het bos. Wat een bijzondere ontmoeting! Zoiets kan alleen als je in je eentje reist, dacht ik bij mezelf. Zijn wijze raad: ‘Geniet van het leven, count your blessings en doe leuke dingen’. Daar heb ik niets aan toe te voegen 🙂